V-tron is per 1 november 2023 gestart als partner in werkpakket 2 (WP2) van het DITM-project van Brainport Eindhoven. Het totale project bevat vijf werkpakketten.
DITM (Digitale Infrastructuur voor Toekomstige Mobiliteit) is opgezet voor het ontwikkelen van een systeemarchitectuur voor een digitale infrastructuur inclusief de onderliggende kritische kerntechnologieën met betrekking tot lokalisatie, verkeersdiensten, digitale kaarten en laadinfrastructuur.
Het project vormt de basis voor: [i] het mogelijk maken van hogere levels van autonoom rijden en [ii] een cyber secure en betrouwbare koppeling van elektrische voertuigen en aansturing van de energie-infrastructuur.
Doel van DITM - Tele-Automation
Het doel van WP2 is om met automatisering en telebesturing een geavanceerde use-case te ontwikkelen die vooraf kan gaan aan volledig autonome voertuigen. De huidige beschikbare technologie geeft mogelijkheden om bepaalde rijtaken in het voertuig te automatiseren, maar heeft beperkingen waar een bestuurder de controle moet overnemen. Dit komt vooral door externe factoren zoals onverwachte obstakels en een onveilige omgeving waarin het voertuig een kritieke beslissing moet nemen. Telebesturing vervangt een bestuurder door een teleoperator, die het voertuig op afstand kan besturen.
Door automatisering te combineren met telebesturing en een ‘Tele-Automated’ voertuig te ontwikkelen, wordt het maximale uit de beschikbare technologie gehaald en de businesscase versterkt. Met Tele-Automation wordt het voertuig geautomatiseerd om normale rijtaken uit te voeren met de mogelijkheid om het voertuig op afstand over te nemen wanneer dat nodig is. Deze combinatie kan leiden tot een veiliger operatie in een dynamische omgeving, waar de invloed van de omgeving onvoorspelbaar is.
Aanpak Werkpakket
De use-case is zo gedefinieerd dat de beperkingen in de huidige ontwikkelingen naar toekomstige autonome voertuigen worden overbrugd. Bovendien is het nu vanuit wetgevend oogpunt verplicht om altijd een bestuurder aanwezig te hebben. De bestuurder helemaal verwijderen zou vragen oproepen over de veiligheid en het vertrouwen in het systeem. Met telebesturing wordt de bestuurder alleen fysiek uit het voertuig gehaald, maar niet uit de lus.
De testvoertuigen (VDL-bus) worden aangepast om zowel automatisering als telebesturing uit te voeren. Voor telebesturing worden externe camera’s aan het voertuig toegevoegd voor feedback van de omgeving en een telebesturingskast die kan communiceren tussen de interface van het voertuig (bediening) en het externe station. De camerabeelden en de beschikbare informatie van de voertuigsensoren worden via long range communicatie beschikbaar gemaakt voor de teleoperator.
Ook worden continu collectieve (waarnemings)berichten gegenereerd door zowel de infrastructuur als de Mobileye naar het voertuig, die de operatie ondersteunen samen met andere elementen zoals lokatiebepaling of padplanning. De waarneming van de infrastructuur kan worden gebruikt om geschikte routes, dynamische obstakels, beschikbare parkeerruimte enzovoort te identificeren vanuit een helicopterview.
Contactpersoon V-tron:
Verwachte resultaten
Onder normale bedrijfsomstandigheden krijgt de automatiseringslaag (ontwikkeld als Use-Case1) voorrang en wordt het manoeuvreren van het voertuig volledig geautomatiseerd op basis van het geplande pad en de feedback van het lokalisatiesysteem.
De ontwikkelde controller zorgt voor de nodige stuur- en gas-/reminput zodat het voertuig op het geplande pad blijft, terwijl de teleoperator op de achtergrond de situatie in de gaten houdt.
Tijdens twijfelgevallen (onveilige situaties) kan de teleoperator de controle overnemen en het voertuig op afstand besturen, op basis van de feedback van de camera en de sensoren die aan boord zijn, totdat de automatisering het weer kan overnemen.
Uitdagingen
Gezorgd moet worden voor het detecteren van de precieze rijstrook waarin het voertuig moet rijden met behulp van een vision-sensor in het voertuig (Mobileye) en op basis van deze informatie ISA (Intelligente Snelheid Assistent) / GLOSA (Green Light Optimalization Speed Advise) te geven. Bovendien wordt de snelheidsinformatie van de infrastructuur doorgegeven aan het naderende voertuig, in dit geval het testvoertuig, om meer vertrouwen te geven aan de gegevens. De ultieme uitdaging is om de efficiëntie van het systeem te verbeteren door nauwkeurige en betrouwbare gegevens aan het systeem te leveren.
Kunnen GLOSA en ISA worden samengevoegd tot één systeem en kan een algoritme worden ontwikkeld om de prioriteit in de snelheidsaanpassing op het voertuig te beïnvloeden? Deze samenvoeging zal de efficiëntie van het systeem vergroten en de nauwkeurigheid bevorderen.
Projectpartners:
Het project Digitale infrastructuur voor Toekomstbestendige Mobiliteit (DITM) is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie-NextGenerationEU en DITM-partners.